In tegenstelling tot Obama is de terreuroorlog maar net begonnen (1) – door David Goldman

De teloorgang van staten in het Midden-Oosten, van Libië tot Afghanistan, doet het aantal kandidaat-terroristen aanzienlijk toenemen. Tegelijkertijd kan de Amerikaanse veiligheidsdienst het om volgen en inperken de terroristen niet meer bolwerken. Daarnaast verergert het de wanhoop die moslims zoals de gebroeders Tsarnajev of Michael Adebolajo drijft tot het plegen van terroristische daden. Dat maakt van president Obama’s verklaring dat Amerika de “war on terror” (wat sowieso al een misplaatst begrip is) op een laag pitje zet de slechtste beslissing die een Amerikaans opperbevelhebber heeft genomen sinds de regering Buchanan. En misschien zelfs de slechte beslissing ooit van een Amerikaans regeringsleider.
Vorige week nam ik deel aan een brainstormsessie bij het tijdschrift Tablet (een bekroond online tijdschrift over het joodse gedachtegoed). We hadden het over de ondergang van staten in het Midden-Oosten en wat dat strategisch gezien betekent. De groep bestond uit Edward Luttwak, Robert Worth van de New York Times, Amos Harel van Ha’aretz, Lee Smith van de Weekly Standard en Nathan Thrall van de International Crisis Group. Onze groepspoging was het publiceren van meerdere essays in twee weken tijd, waarin wij de desintegratie bespraken van het statensysteem zoals dat na de Eerste Wereldoorlog bedacht was door koloniale cartografen. Mijn argumenten waren de volgende:
In hun wijsheid vormden de koloniale machten op kenmerkende wijze multi-etnische en multi-sektarische eenheden, gebaseerd op het principe van een minderheidsregering. Er is een reden waarom Syrië al meer dan een halve eeuw gebukt gaat onder wrede minderheidsregimes: sinds de coup van de Ba’ath Partij in 1963, onder leiding van de christen Michel Aflaq; en na hem de dynastie van de aleviet Assad, die aan de macht kwam in 1971. Als je kunstmatige staten uitroept met aanzienlijke minderheden, zoals Britse en Franse cartografen deden na de Eerste Wereldoorlog, is de enige mogelijke stabiele regering een minderheidsregering. Daarom heersen de alevieten in Syrië en de soennitische minderheid in Iran.
De minderheidsregering is misschien wreed, zelfs schokkend wreed, maar deze regeling zorgt voor een primitieve scheiding der machten. Een regering die uit een minderheidsgroep afkomstig is kan niet proberen de meerderheid uit te roeien, dus moeten zij een manier vinden om met elkaar samen te leven. De meerderheid kan in feite een minderheid uitroeien. Daarom bedreigt een meerderheidsregering het voortbestaan van de minderheid en daarom vechten minderheden tot de dood erop volgt. Dit superevenwicht is nu verwoest en kan niet meer hersteld worden.
De val van Syrië staat hoog op de agenda, maar de puinhopen van veronderstelde natiestaten strekken zich uit over bijna de gehele moslimwereld. Zoals Amos Harel vertelt in het Tablet-symposium, moet de premier van Libië “als hij na het werk naar huis gaat langs checkpoints die door vijf verschillende milities worden bewaakt.” Libië wordt niet door reguliere legers onder leiding van dictators beheerst, maar is verdeeld in etnische en sektarische milities (inclusief die ene die de Amerikaanse ambassadeur vorig jaar september heeft vermoord). Egypte staat aan de rand van financiële instorting en staatsfalen; Irak bevindt zich in een koude, sektarische oorlog; de burgeroorlog in Syrië wordt uitgevochten in Libanon; en de grens van Turkije is instabiel geworden.
Een gigantisch aantal jongemannen is betrokken geraakt bij een guerrillastrijd. Syrië is het zenuwcentrum geworden van een oorlog tussen soennieten en sjiieten. Via Turkije en de Golfstaten druppelen geld en jihadisten naar Syrië terwijl Iran de Revolutionaire Garde en huurlingen van Hezbollah stuurt om het regime van Assad te ondersteunen. De jongemannen uit Libië zijn alweer bijeengroepen in milities; de cellen van de Moslimbroederschap in Egypte en salafisten en hooligans zijn nog niet gewapend, maar ze hebben zich gegroepeerd. De sektariërs in Irak zijn tot de tanden gewapend, deels dankzij de Amerikaanse financiering van de “Soennitische Ontwaking” tijdens de opstand van 2007-2008.
Heel veel jongemannen zijn bereid te vechten tot de dood, terwijl de kwetsbare burgermaatschappij in deze landen uiteenvalt en steeds meer van deze jongemannen in zijn greep meesleurt. Terrorisme is een levenswijze in Syrië, waar beide partijen aanstichter zijn van wreedheden; deels om hun tegenstanders te intimideren en deels om hun eigen strijders te binden aan het doel door hun medeplichtig te maken aan zulke misdaden.
Als Afghanistan tussen de jaren tachtig en negentig mankracht leverde voor het terrorisme, zijn de sektarische oorlogen van de jaren 10 de toekomstige leverancier van terroristen: jongemannen met geen andere vaardigheid dan guerrillavoering, niets om naar terug te keren, niets te verliezen en met geen enkele andere drijfveer dan fanatieke haat.
In tegenstelling tot wat men vaak denkt, is de samenwerking met Arabische inlichtingendiensten het belangrijkste middel dat de Amerikaanse inlichtingendiensten ter beschikking hebben bij het beheersen van terrorisme. Ik wil niet neerkijken op de vlijt en opofferingsgezindheid van het CIA-team dat Osama bin Laden opspoorde, maar het is een feit dat de Amerikaanse inlichtingendienst nooit over voldoende sprekers van het Arabisch beschikte om te infiltreren in terroristische organisaties, of genoeg vertalers en tolken om de overvloed aan SIGINT (het afluisteren en onderscheppen van informatie) te verwerken.
Ook had de CIA niet het mandaat of de mankracht om ondervragingstechnieken toe te passen die gangbaar zijn in de Arabische wereld. Amerika leunt op Arabische regeringen; na de omverwerping en terechtstelling van Saddam Hoessein leek dat een logische keuze. Smerige, dictatoriale, onderdrukkende regimes kozen gewoonlijk ervoor om de VS te helpen in plaats van tegen te werken, uit angst dat zij het volgende doelwit zouden worden. Daarom was het een goed idee om een onwelgevallig regime als slecht voorbeeld te stellen (ik zou voor Iran hebben gekozen), en waarom ik de Amerikaanse invasie van Irak ondersteun (hoewel ik niet sta achter de toezegging om het land op te bouwen).
Wordt vervolgd.
Bron: PJMedia
Vertaling: HVW
Bestel alvast het boek 'Op zoek naar de Amerikaanse droom'
en krijg toegang tot alle artikelen op de website.
inclusief :
- Boek 'Op zoek naar de Amerikaanse droom' (ISBN: 978-99904-1-610-7)
- Columns, interviews en reisverslagen van Leon de Winter
- Columns van gerenommeerde columnisten, commentatoren en analisten
- Links naar nog meer interessante artikelen en verhalen
Geen reacties tot nu toe.